Op de site van Crisnée produceert RONVEAUX twee soorten vloerplaten in voorgespannen beton:
- de klassieke voorgespannen holle plaat of RC/RR-plaat, gebruikt voor vloeren en eventueel voor daken
- de geribde voorgespannen breedplaat of COFLOOR®, gebruikt in vloeren.
De RC/RR-plaat
Met de voorgespannen holle platen uit het RC/RR-assortiment die door RONVEAUX worden bestudeerd en vervaardigd, is het mogelijk uw vloeren met grote overspanning (tot 18 m), grote belastingen en beperkte bouwhoogte (van 2 kN/m2 tot 30 kN/m2) te verwezenlijken.
Ze kunnen worden toegepast met of zonder druktafel.
Gegoten op metalen bodems met machinaal aangebrachte afschuiningen, kan een vloer worden verwezenlijkt met gladde binnenkant.
Zijn gegarandeerde vuurbestendigheid bedraagt normaal 1 uur (REI60). Door de voorspanning aan te passen kan dit in het algemeen worden verhoogd tot 1,5 uur (REI90) of zelfs 2 uur (REI120).
De platen worden normaal zonder stutten geplaatst. Voor grote overspanningen echter, maakt de plaatsing op stutten het mogelijk de opbuigingen te egaliseren om de uniformiteit van de afgewerkte vloer te waarborgen.
De modulaire breedte van de RC/RR-elementen bedraagt 1200 mm.
Bijzonderheden zoals openingen, uitsparingen, specifieke afmetingen, specifieke verbindingen worden uitgevoerd op verzoek met naleving van de technische aanbevelingen van de FeBe en volgens de geometrie van elk element uit het assortiment.
De belangrijkste troeven van de voorgespannen holle RC/RR-platen zijn de voordelige prijzen, de beschikbaarheid en het gemak en de snelheid van uitvoering.
De belangrijkste toepassingen zijn gebouwen in het algemeen, kantoorgebouwen, woningen, industriële gebouwen, winkelcentra, administratiegebouwen, scholen, parkings …
De COFLOOR®-plaat
De COFLOOR®-vloerplaat maakt een indrukwekkende verhoging van het draagvermogen en/of een spectaculaire vermindering van de doorbuiging mogelijk, dankzij de op de bouwplaats verwezenlijkte continuïteit.
De COFLOOR®-plaat kan worden geïntegreerd in een ‘superbreedteplaat’ waarvan het traagheidsmoment van de 1e fase heel wat hoger is dan dat van de gewone breedplaten dankzij:
- betonnen groeven,
- de voorspanning waardoor de hele sectie bijdraagt tot de weerstand.
De vloerplaat wordt over het algemeen zonder stutten geplaatst of met een beperkt aantal.
De scheurvormingsproblemen op de steunpunten worden opgelost door de continuïteit.
Ze heeft dezelfde afwerkingsgraad als de RC/RR-plaat en een brandweerstand die ten minste gelijkwaardig is.
De COFLOOR®-plaat is met haar akoestische eigenschappen uitermate geschikt voor huisvesting, hotels, huizen, ziekenhuizen …).
Onderstaande grafieken geven ter illustratie de maximaal toegelaten nuttige belasting die gelijkmatig is verdeeld in functie van de overspanning, de dikte van de holle plaat en of er een drukplaat aanwezig is.
Voor de verwezenlijking van deze nomogrammen werden de volgende afmetingcriteria gebruikt:
- MEd = MRd en VEd = VRd
- fctm = sELS = 0,6 . fck
- fELS = L/800 of fELS is de onmiddellijke doorbuiging bij nuttige belasting* bij de ELS en L is de overspanning.
- REI60, 120 (Ygem= 0,75)**
Nomogram
* nuttige belasting = som van alle belastingen op de vloer met uitzondering van het eigen gewicht (holle plaat en druklaag).
** De curven werden gemaakt op basis van een nuttige belasting die voor de helft bestaat uit permanente belastingen en voor de andere helft uit mobiele belastingen die kunnen worden beïnvloed door de wegingscoëfficiënt Y2= 0,5 bij toevallige brandbelasting. Deze veronderstelling leidt tot een gemiddelde wegingscoëfficiënt van 0,75 die alle nuttige belastingen beïnvloedt voor de berekening van de vuurbestendigheid.
Voor andere gevallen van belasting (nuttige belasting = 15kN/m², eenmalige lasten, andere REI of andere Y-factoren …) moet u contact opnemen met het studiebureau RONVEAUX.
De voorgespannen holle RC/RR-platen worden gefabriceerd door persing van gesmolten metaal op voorspanbanken met een lengte van 120 m. De onderkant van de platen is dus glad. Het gebruikte beton is van kwaliteit C50/60.
De ‘rauwe’ stukken (als het beton nog nieuw is) worden uitgevoerd om de lengte van de platen zelf te bepalen en om de verschillende openingen, uitsparingen, aan de uiteinden of ‘hamer’-koppen bewerkte holten te verwezenlijken. Het is ook op dat moment dat de platen worden voorgeboord aan de uiteinden, aan de as van elke holte, zodat het water dat in de holten vastzit kan worden afgevoerd. Deze gaten moeten worden geboord tijdens de plaatsing op de werf en regelmatig opnieuw vrijgemaakt als gevolg van verschillende afzettingen (cement, kalk …) die de neiging hebben om deze te verstoppen. De platen worden ook uitgerust met doppen aan de uiteinden in beton of PVC om te voorkomen dat de holten worden gevuld tijdens de betonnering van de voegen of de drukplaat. De dichtheid van deze doppen wordt gecontroleerd en indien nodig door de onderneming op de werf bepaald vóór de betonnering van de voegen of van de drukplaat.
Wanneer het beton de vereiste hardheid heeft bereikt, worden de platen voorgespannen. De voorgespannen RC/RR-platen beschikken over contragewichten. Deze contragewichten verschillen in de tijd en zijn verschillend per plaat afhankelijk van vele parameters (leeftijd van het beton tijdens de voorspanning, toestand van de rijping van het beton, opslagomstandigheden, belastinggeschiedenis …). De projectontwikkelaar moet met dit fenomeen rekening houden (voor de bepaling van de niveaus voor het verlagen van de belasting …). Ook het bedrijf moet dat doen, en wel om de werkelijke hoeveelheden beton te bepalen die moeten worden gebruikt voor de verwezenlijking van de mogelijke drukplaat.
Voorgespannen holle RC/RR-platen worden opgeslagen en vervoerd met perfect boven elkaar geplaatste punten aan het uiteinde van de platen.
Zij worden behandeld met een hijsbalk (waarvan de lengte is aangepast aan die van de te behandelen platen) en geschikte klemmen. Onze klanten kunnen dit materiaal huren. Er moet rekening worden gehouden met het gewicht van het materieel in het ontwerp van kranen en andere hijsmiddelen.
Waarschuwing: In het geval van voorgespannen elementen kan de niet-naleving van deze aanbevelingen een breuk veroorzaken zodat het element valt.
De elementen worden geplaatst op een mortelbad of op een steunband in neopreen met inachtneming van de minimale diepten van oplegstukken die op het installatieplan zijn voorzien of, bij gebrek daaraan, van de technische aanbevelingen van de FeBe. De elementen kunnen ook worden voorzien van verlaagde oplegstukken door middel van plaatsing op stutten aan de uiteinden en de aanwezigheid van wapeningen aan het uiteinde van geprefabriceerde platen. Tijdens de installatie worden alle voorzorgsmaatregelen genomen om de uniformiteit van de afgewerkte vloer te waarborgen.
De zorgvuldige en doeltreffende vulling van de voegen is essentieel voor een goede verdeling van de belasting tussen de platen en voor een doeltreffend diafragma-effect. Het vullen van de voegen wordt uitgevoerd met behulp van beton C30/37 met aggregaten met een maximale diameter van niet meer dan 8 mm, bij voorkeur onmiddellijk na het leggen van de platen. Vóór de betonnering moeten de voegen en het oppervlak van de platen worden bevochtigd en gereinigd.
Om diverse architecturale of structurele redenen kan een gegoten drukplaat op de werf worden voorzien. Dit wordt vooral gedaan als men de vervormingen wil verminderen of als de vloer, naast zijn belangrijkste rol om de verticale belastingen te dragen, dient voor overige functies, met name het hernemen van de diafragma-inspanningen of voor belangrijke druk. In dit geval wordt rekening gehouden met de drukplaat van de tweede fase bij de berekening van de vloerplaten en worden de platen gefabriceerd met het ruw gemaakte bovenvlak om de grip en dus het bijwerken van de overlangse afschuiving op het grensvlak tussen twee betonfasen te verbeteren. De uitvoering van deze drukplaat gebeurt idealiter gelijktijdig met het vullen van de voegen tussen de vloerplaten, na het ontstofproces en de bevochtiging van de geprefabriceerde platen. De drukplaat moet een dikte hebben van minimaal 50 mm. Als een voldoende dikte (minimaal 80 mm) kan worden voorzien, kan de gegoten drukplaat mechanisch glad worden gemaakt. Er moet echter rekening worden gehouden met het optreden van haarscheurtjes die voornamelijk worden veroorzaakt door de differentiële krimp tussen het gegoten beton en het voorgefabriceerde beton. In alle gevallen bevelen we een minimale wapening van de gegoten drukplaat aan met behulp van een rooster van 150x150x6x6 op 3 cm van het bovenvlak van de vloer, met doeltreffende dekplaten tussen de platen van de lintvoegwapening.
De voorgespannen holle RC/RR-platen kunnen worden vervaardigd en met een assortiment accessoires worden geleverd volgens onze algemene verkoopvoorwaarden.
In het bijzonder:
- verminderde breedtes (ruwe snede) volgens specifieke vaste afmetingen voor elk type plaat
- uitsparingen, openingen …
- aan de uiteinden bewerkte holten
- ‘hamer’-koppen
- stoppen in beton of pvc
- wapeningen aan de uiteinden
- steunbanden in neopreen
- metalen raveelbalken
- ‘speciale’ hijssystemen
- …